2012 t/m aug 2013 Y. Né met:
het zien!
Het eerste geluid dat zich afscheidt
van wat alleen maar stil is
geeft licht, het enige signaal dat aangaat
in een vreemde stikdonkere kamer.
Niemand hoeft nu meteen ‘ja' te zeggen.
Het woord ‘ja' is enig in zijn soort.
Onbekend wat ervan komt, een wezenlijk risico.
Of ‘goed'. Wat dat oproept.
Niets is daarna nog hetzelfde.
Dit geluid is een daad,
niet een middel of iets tussendoor.
En zonder kwaadheid. Geen verzinsel.
© Y. Né
uit: DE DICHTER ONTDEKT - portret van een poëet
2011 Ester Naomi Perquin met:
En toen zei ze
Eén keer verleidelijk zijn; één avond heupwiegend slagen
in willekeurig welke expeditie op borstkas
en driedelig pak af, glas in de hand
één keer binnenlopen met adembenemend decolleté
en alle hoofden in glanzend showballet
dezelfde kant op zien draaien
overhemden knoop voor knoop af laten glijden,
broeken ontritsen, adem opjagen, éénmaal
langs de tafels gaan en gesprekken
doen stokken, blikken bevriezen
en moe zijn van ogen waarin mijn gezicht,
monden waarin mijn naam steeds vooraan,
handen waarin ik raak onderverdeeld
en daaraan te willen ontsnappen en statig,
vertraagd uit het licht, de trap af
op naalddunne hakken.
© Ester Naomi Perquin
Ze betrad ons podium op Gedichtendag 27 jan 2011, vlak voordat ze benoemt werd tot stadsdichter van Rotterdam
Van 18 augustus tot en met 10 januari 2011 Rutger Kopland met:
Geen gezicht, geen handen, geen haar, en altijd
een ander. Het is weer de geur van een vreemde
mantel, zo dichtbij als die geur, maar ook zo
onzichtbaar, ook zo voorbij. Ik kijk naar de hei,
naar de mistige eenzame berkjes en denk hoe
ik het moet zeggen, hoe moet ik het zeggen dat,
ik ben weer gelukkig, weer net zo alleen als
vroeger, ik verlangde, en wist niet naar wie. Ze
had geen gezicht nog, geen haar en geen handen, ze
was altijd een ander, ze rook zo dichtbij maar zo
vreemd, als jij nu. Wie ben je, zeg ik, we hebben
samen een leven al achter de rug en nog moet ik
denken, liefste wie ben je. Ze neemt mijn hoofd
in haar handen en strijkt het haar uit mijn gezicht.
© Rutger Kopland, uitgeverij van Oorschot
-- klik hier voor de ontwikkeling naar dit gedicht toe
Van 6 juni tot en met 18 augustus 2010 Piet van den Boom met:
schaamteloos
ik wilde een gedicht gaan schrijven
aan de keukentafel waar ik koffie zat te drinken
de zon scheen naar binnen
de kat kwam de tuin in
met een koolmeesje in haar bek
en kroop ermee onder de tuinstoel
ze verslond het diertje in een oogwenk
er bleven alleen wat veertjes over
het maagje en een halve poot
daarna klom ze in een andere stoel
en ging schaamteloos liggen meuren
poezen hebben niks met poëzie
© Piet van den Boom, stadsdichter 2010 - 2012
Van 14 april tot en met 5 juni 2010 Arnoud Rigter met:
Barcelona doet niet onder voor Eindhoven
O nee, Barcelona doet niet onder voor
Eindhoven. Eindhoven, stad
van dorp, zonder
Sagrada Familia met zoute zeelucht waaiend door haar open torens, door
haren en neuzen van godspotter en toerist.
Oud steen waar je ingebakken geest in ziet.
Zo gaat dat in Eindhoven niet.
Ga eens naar Parijs, de tweede lichtstad
van Europa waar Edison ook
niet geboren is.
Ene Philippus Aureolus Bombast von Hohenheim
(aka Theophrastus Paracelsus) is geboren nabij
Einsiedeln (1493). Dus niet in
Eindhoven. Wie mist hem in
Eindhoven? Eindhoven waar je na reizen
arriveert en Jan Pieter van Laar, ja Jan
Pieter van Laar tegenkomt
(met die bril).
© Arnoud Rigter, stadsdichter 2008 - 2010
Van 10 maart tot en met 13 april 2010 Yvonne Mulder met:
Het laatste woord
Het volmaakte gedicht bestaat
niet bij de gratie van
een man een vrouw
één blauwe bloem
of jouw verhaal in
ingeblikte taal of
woordenbrij.
Het is het allerlaatste
woord dat je
niet zei.
© Yvonne Mulder |